Waar ga je heen zonder schoen, zonder laars,
waar ga je heen m’n kind.
Moeder ik zoek naar iets moois en iets waars,
dwars in de noorder wind.
Zilver is leugen en goud is een vloek,
blijf liever thuis m’n kind.
Moeder het geeft niet waar ik zoek, waar ik zoek,
als ik m’n droom maar vindt.
[uit ‘Waar ga je heen’ – Cornelis Vreeswijk]
Diep in elke man daar leeft een vagebond.
Hij zwerft in z’n dromen heel de wereld rond.
Maar hij weet niet goed. Hoe je zo iets doet.
Als vagebond te leven. Dat vraagt levensmoed.
En toch in elke man daar leeft een vagebond.
[uit ‘Vagebond’ – Dorus/Tom Manders]
Waar ga je heen zonder schoen, zonder laars,
waar ga je heen m’n kind.
Moeder ik zoek naar iets moois en iets waars,
dwars in de noorder wind.
Zilver is leugen en goud is een vloek,
blijf liever thuis m’n kind.
Moeder het geeft niet waar ik zoek, waar ik zoek,
als ik m’n droom maar vindt.
[Waar ga je heen – Cornelis Vreeswijk]
